donderdag 25 april 2013

Handleiding: keukenschort

Op mijn vorige blog (Rakketak) postte ik een handleiding voor een keukenschort, die massaal gebruikt werd. Met de migratie van de blog naar mijn nieuwe blog, ging deze handleiding verloren, daarom post ik hem hier eventjes opnieuw.

Dit is de handleiding voor de schort zoals ik hem in de naailes leerde maken, maar dan met wat kleine aanpassingen. Het cadeau bij uitstek voor oma's/groottantes allerhanden, is hier al gebleken, en geschikt voor absolute beginners,die, net als ik toen ik deze schort leerde maken, nog nooit een naaimachine van dichtbij hebben gezien.

Ik heb mijn best gedaan om het zo gedetailleerd mogelijk uit te leggen, want als je nog nooit een naaimachine van dichtbij gezien hebt, dan zijn veel dingen helemaal niet zo evident. Ik spreek uit ervaring :) (het patroontje is dus geen eigen makelij, wel een aanpassing van het patroon dat ik in de les tekende (ere wie ere toekomt! ;))

Benodigdheden:
* Naaimachine
* Stofje naar keuze, katoen werkt het makkelijkste. Afmetingen: 120 cm is ruim voldoende (bij voorkeur stof van 140 cm breed)
* 150 cm biaislint, in een kleurtje naar keuze
* Stikzijde
* Stoffenschaar
* Spelden
* Patroonpapier (of om het even welk ander papier dat je kan verknippen en dat groot genoeg is)
* Kleermakerskrijt
* Lintmeter
* Strijkijzer


Werkwijze

Vouw je lap stof dubbel, met de goede zijde naar binnen. Zorg dat de "rafeltjes" van je stof aan de zijkanten liggen. Op die manier valt je draadrichting samen met de vouw die je gemaakt hebt.

Teken op je patroonpapier de schort volgens de maten op onderstaande foto. Voor het kleine strookje onderaan zie je het niet zo goed, maar 1 zijkant is licht schuin getekend. Dit stukje wordt later bovenaan de schort gezet, en moet dus de gebogen lijn van de armopening volgen.

Speld vervolgens de uitgeknipte patroondelen op de dubbelgevouwen stof. Het grote deel van de schort (1), en het strookje onderaan (2) leg je tegen de vouw die je in de stof gemaakt hebt. In patroondelen 1, 2 en 3 is nog geen naadwaarde inbegrepen.

Teken de volgende naadwaardes op de stof (dit betekent dat je op die plaats de lijn waarop je gaat knippen X cm van je patroonpapier weg tekent. Het patroon dat je gaat uitknippen is dus groter dan wat je op papier getekend hebt)

Patroondeel 1
- bovenaan 1 cm naadwaarde
- aan de afgeronde armsgaten 0,5 cm naadwaarde
- aan de zijkant 3 cm naadwaarde
- onderaan 4 cm naadwaarde.

Patroondeel 2
- bovenaan en onderaan 1 cm naadwaarde
- aan de zijkant die NIET tegen de stofvouw ligt 0,5 cm naadwaarde

Patroondeel 3
- aan alle kanten 1 cm naadwaarde.


Knip het patroon uit op de lijnen die je getekend hebt, en verwijder je patroonpapier na het knippen opnieuw van de stof. Na het knippen krijg je dan dit:



Je zal merken dat patroondelen 3, 4 en 5 2x uit de stof geknipt zijn. Van patroondelen 3 en 5 heb je slechts 1 exemplaar nodig, het andere is overschot en mag je opzij leggen.

Om het stikken te vergemakkelijken, gaan we de randen die we later omstikken alvast omstrijken. Om ervoor te zorgen dat je in een rechte lijn de randen omstrijkt, moet je op de gewenste afstand speldjes steken. Vervolgens vouw je de stof om op de rij naaldjes, en pers je het met je strijkijzer. Eens de vouw erin geperst is, haal je de speldjes er gewoon weer uit.





Patroondeel 1
- bovenaan 1 cm omstrijken
- aan de zijkant 2x omstrijken: 1x op 1,5 cm, en 1x op 3 cm. Dit kan je doen 1 rij speldjes te steken  op 3cm van de rand. Strijk om en vouw nadien weer open. Vouw vervolgens de rand van de stof tot tegen de vouwlijn, strijk opnieuw voorzichtig de stof om (let erop dat je de eerste vouw er niet weer uitstrijkt!) Als het goed ging, heb je nu 2 vouwen in de stof gestreken: 1 op 1,5 cm van de rand, en 1 op 3 cm van de rand.
- onderaan 2x omstrijken: 1x op 2cm, en 1x op 4 cm

Patroondeel 2
- boven- en onderaan 1cm omstrijken
- aan de zijkanten 0,5 cm omstrijken

Patroondeel 3
- aan alle kanten 1 cm omstrijken.
- bovenaan nog eens extra omstrijken, op 4 cm van de rand

Patroondelen 4 en 5
- vouw de stof dubbel en strijk de plooi erin. Vouw weer open, en vouw vervolgens beide randen weer terug tot tegen de plooi die je er net in streek. Strijk de 2 nieuwe plooien. Je hebt nu 3 plooien in je stof: 2 telkens op 2 cm van de rand van de stof, en eentje in het midden, op 4 cm van de rand.

We beginnen met de zak op de schort te stikken (patroondeel 3). Doordat je de randen hebt omgestreken, samen met de extra omslag bovenaan, ziet het er nu zo uit:




We gaan eerst de extra omslag vaststikken. Het is de bedoeling van kort op de rand te stikken. Je kan eventueel de uiteinden van de plooi vastspelden voor je begint te stikken, zo blijft het mooi op zijn plaats.





Deze lap met omgestikte rand gaan we nu vastmaken op de schort. Speld de lap stof vast op patroondeel 1. Om na te gaan of het helemaal recht is, kan je het best even nameten aan alle hoeken: de afstand tot de zijkanten moet even groot zijn, en de linker- en rechterbovenzijde moeten even ver van de bovenkant van de stof vandaan liggen.



Speld rondom rond vast.


Om de zak op patroondeel 1 vast te stikken, ga je stikken op de goede kant van de stof. Om de hoekjes bovenaan de zak te verstevigen en te verhinden dat ze afscheuren, gaan we daar een "driehoekje" stikken. De plaats waar je begint te stikken is erg belangrijk: als je op de verkeerde plaats start, kan je de zak niet in 1 beweging vastmaken op patroondeel 1.

Je begint rechts bovenaan te stikken (rode stip), vervolgens stik je naar beneden tot aan het stiksel dat je gemaakt hebt om de omslag vast te maken (groene pijl), daarna stik je schuin naar boven (blauwe pijl) en dan opnieuw naar de rand van de zak (gele pijl). Je driehoekje aan de rechterkant is nu af. Vervolgens stik je de zak helemaal rondom vast (paarse pijl). Als je bovenaan de linkerkant komt, stik je opnieuw 1 cm naar de rechterkant (gele pijl), vervolgens weer schuin naar de rand van de zak toe, ter hoogte van het stiksel van de omslag (blauwe pijl) en tenslotte weer recht naar boven, tot aan de rand van de zak (groene pijl).



Bij het stikken van de driehoekjes moet je je stof draaien, maar het is héél belangrijk dat je je naald ten alle tijde in de stof laat zitten!

Stik het gewenste deel van je driehoekje, en stop met de naald nog in de stof. Hef dan het persvoetje van je machine op.


Draai de stof in de gewenste richting, zet de persvoet weer naar beneden, en stik het volgende stukje. Herhaal dit telkens je van richting moet veranderen.


Om te voorkomen dat de zak open valt als je de schort aanhebt, kan je hem in het midden nog eens doorstikken, zodat je 2 kleinere zakken krijgt, in plaats van 1 grote.


Neem vervolgens patroondeel 5, de halslus. Vouw dubbel, met de omgestreken randen naar binnen geplooid, en stik kort op de rand vast. (doe hetzelfde voor de binders, patroondeel 4 (2x), maar vouw daarbij de stof aan 1 uiteinde wat naar binnen, zodat je aan 1 zijde een mooi afgewerkt lint krijgt, zonder rafels)



Leg patroondeel 1 met de zak erop open, met de slechte kant naar boven. Speld bovenaan, telkens op 1 cm van de rand, de halslus vast. Zorg dat de lus niet gedraaid zit.


Leg daar bovenop patroondeel 2, met de slechte kant naar boven, en speld vast. (de omgestreken rand vouw je bovenaan weer open)


Stik vast in de opgevouwen plooi. Vergeet de speldjes er niet uit te halen nadat je klaar bent met stikken!



Vouw de halslus en patroondeel 2, dat nu vastgemaakt is aan de schort, naar de goede kant.



Draai nu de schort om (goede kant naar boven), en maak de onderkant van patroondeel 2 vast op de schort. Je halslus is nu vastgemaakt en zit als het ware "gesandwicht" tussen patroondeel 1 en 2.



De armopeningen gaan we afwerken met biais. Het biaislint is normaal gezien "dubbelgevouwen". Plooi het open, leg de rand gelijk met de rand van de stof, en speld vast in de vouw. Zorg dat je bovenaan en onderaan een klein stukje laat uitsteken. Stik het biaislint vast in de vouw.


Plooi vervolgens de rest van het biaislint over de rand, naar de slechte kant van de stof. Speld opnieuw vast. Er zit nu exact even veel biaislint aan de goede en de slechte kant van de stof. Vergeet niet om bovenaan het stukje dat je hebt laten uitsteken naar binnen te vouwen, zodat je het niet meer zie.


Stik het biaislint vast langs de goede kant van de stof. Aangezien het aan beide kanten even breed is, stik je zo ook automatisch de achterkant mee vast.


De linten (patroondeel 4, 2x) gaan we in de zoom aan de zijkant vastmaken. Vouw de eerste ingestreken plooi aan de zijkant (op 1,5 cm van de rand) om.


Leg nu de binder bovenaan tegen de plooi, de niet afgewerkte kant (met rafels) naar de plooi gericht.



Vouw de zijkant opnieuw om. De binder zit nu mee in de plooi aan de zijkant.



Vouw de binder nu naar de buitenkant en speld vast. Stik kort op de rand vast. Je stikt de binder dus mee door met de zoom aan de zijkant, zodat hij vast komt te zitten aan de binnenkant.


Stik de binder nog eens extra door, dicht bij de rand van de schort, om hem zo helemaal vast te maken.


Zoom de schort aan de onderkant om. Deze werkwijze is gelijkaardig aan die voor de zijkanten: vouw de stof eerst om in de ingestreken plooi op 2 cm. Vouw vervolgens nog eens dubbel, in de plooi op 4 cm, en stik kort op de rand vast.

Klaar, je kan nu beginnen smossen à volonté!


Ik hoop dat het een beetje duidelijk is. Mocht je toch nog vragen hebben, shoot!

4 opmerkingen:

  1. Wat een uitgebreide beschrijving, dank je wel.
    alleen dít is niet zo duidelijk: welke zijkant bedoel je, en lichtschuin? kun je het aangeven in centimeters?
    Teken op je patroonpapier de schort volgens de maten op onderstaande foto. Voor het kleine strookje onderaan zie je het niet zo goed, maar 1 zijkant is licht schuin getekend. Dit stukje wordt later bovenaan de schort gezet, en moet dus de gebogen lijn van de armopening volgen.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. De maten van patroondeel 3 , de zak is niet goed te lezen. 20 cm bij hoeveel ? cm

    BeantwoordenVerwijderen